Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ik bad tot den HEERE, en zeide: Heere, HEERE, verderf Uw volk en Uw erfdeel niet, dat Gij door Uw [30]grootheid verlost hebt; dat Gij uit Egypte door een sterke hand hebt uitgevoerd. 30. Dat is, majesteit, of grote mogendheid; zie onder, hfdst.11 vs.2.